vrijdag 15 november 2013

Rechter, aanklager en advocaat tegelijk...


Al een tijdje geleden heb ik ontdekt dat er één eigenschap in mij is, waarin ik het ergst “onafhankelijk van God” ben. Mijn grootste valkuil dus, als het gaat om ‘leven in verbinding met en afhankelijkheid van God’.  De eigenschap laat zich verschillend omschrijven, maar komt allemaal op hetzelfde neer:  hoogmoed, eigenwijsheid, trots, betweterigheid – eigen rechter spelen…Dat laatste vooral.

Vroeger oordeelde ik gemakkelijk over alles en iedereen, over mensen en hun gedrag. Ik oordeelde zeker ook veel en vaak over mezelf, maar dat had ik eigenlijk niet eens zo door. Ik wilde dat niet, dus ik ben daaraan gaan werken. Met enig succes ook wel, vind ik zelf. Ik heb geleerd om mens en gedrag te scheiden en ben daar echt wel sterk in geworden, vind ik zelf. Ik kan van bepaald gedrag zeggen dat ik het wel of niet goed vind, maar het heeft echt geen enkele invloed meer op mijn liefde voor of de relatie met die persoon.
Natuurlijk zijn er situaties waarin het vertonen van een bepaald gedrag maakt dat ik keuzes moet maken over de relatie. Als iemand mij keer op keer pijn doet, hoef ik dat niet toe te staan en kan het zijn dat ik de relatie moet beëindigen. Maar ik vergeef snel en houd daarover geen wrok vast. Dat gaat goed. Er zijn wel grenzen – ik ben verre van volmaakt, dus ga ook nog wel eens de fout in, maar op dit punt ben ik best tevreden over mijn groei.

Ten aanzien van mezelf is het een ander verhaal. Ik oordeel hard over mezelf – altijd al gedaan. Misschien verbaast het je als je mij kent, want ik lijk heel zeker van mezelf, vol zelfvertrouwen. Ik kom sterk over. En tot op zekere hoogte voel ik me dat ook. Maar daaronder ligt nog een aardig stapeltje minderwaardigheidscomplexen en onzekerheden die niet zo heel vaak meer het daglicht zien, maar wel op mij van invloed zijn. Van grote invloed ook…
Pas kortgeleden ontdekte ik dat ik zo op de stoel van rechter zit over mijn eigen gedrag, dat ik God niet eens de kans geef om boos op me te zijn en daarmee mezelf dus niet de kans geef om om ‘vergeving’ te vragen of te ontvangen. Mijn slechte daden en eigenschappen komen niet bij God, omdat ik mezelf dan allang aangeklaagd heb en een oordeel heb uitgesproken – snap je wat ik bedoel ? Soms kom ik met dingen weg hoor, want ik heb ook een ontzettend sterke interne advocaat rondlopen. Daarom kent mijn omgeving me ook als iemand die alles altijd uit wil leggen en/of wil verdedigen. “Als men me maar begrijpt, dan is het ook minder erg wat ik gedaan heb,” is de filosofie van de advocaat. Altijd op zoek naar verzachtende omstandigheden of externe invloeden.  De motivatie van die advocaat is niet alleen dat ik bang ben voor het oordeel van anderen, maar vooral voor dat van mezelf. Als anderen me niet begrijpen, als ik niet uit kan leggen waarom ik iets niet goed heb gedaan, dan moet ik mezelf veroordelen en dat verdraag ik bijna niet.

Even voor de duidelijkheid: ik mag wel fouten maken hoor en ik heb er ook helemaal geen moeite mee om ‘sorry’ te zeggen als ik met die fouten een ander onrecht heb aangedaan. Maar het zit in de ‘intentie’. Als ik iets onbedoeld heb gedaan, vanuit een goede intentie of totaal onbewust, dan geef ik dat toe, erken mijn fout en neem de verantwoordelijkheid op me. Maar als mijn gedrag veroorzaakt wordt door een iets in mij wat ik niet mooi vind, een eigenschap, een (half bewuste) verkeerde intentie… Dat zijn de momenten dat ik mijn eigen oordeel niet kan dragen… Waarom niet ? Omdat dan die kern van onzekerheid geraakt wordt; dan voel ik me echt ‘niet goed genoeg’, minderwaardig, veroordeeld en niet-geliefd… Ik heb geen kracht in mijn kern, om dat te dragen…

En toen, van de week, toen ik naar een podcast van Tim Keller luisterde, viel een kwartje. Nee, ik kan dat niet dragen, maar eigenlijk kan niemand dat. Niemand is bestand tegen ‘het oordeel’. Hij gaf een mooi voorbeeld:
Als je geen christen bent en geen ‘geboden’ kent of geleerd hebt, zal God je daar uiteindelijk niet op beoordelen. Misschien doet Hij dat zelfs wel met niemand van ons. Je kunt je namelijk een andere manier voorstellen en niemand zou kunnen beweren dat die niet rechtvaardig is.
Stel je voor dat je de hele dag een onzichtbaar bandrecordertje om je nek hebt hangen. Iedere keer als jij een uitspraak doet over hoe jij denkt/vindt dat een goed mens moet leven, zich zou moeten gedragen, aan welke maatstaven iemand zou moeten voldoen, springt het recordertje op ‘record’ en slaat hij je uitspraak op.
Dan, als je uiteindelijk voor God staat, zegt God: “mijn geboden lagen niet in je hart, maar dat is oké. Laten we maar eens kijken of je aan je eigen maatstaven hebt kunnen voldoen…” en Hij drukt op play…
Zou jij ermee wegkomen?

Nee… we voldoen helemaal niet aan onze eigen maatstaven, laat staan aan die van God… Maar het bijzondere is, dat dat dus niet hoeft als je in God, in Jezus gelooft. Dan weet je immers dat  Jezus is gekomen, die aan alle maatstaven voldoet en door dat Hij Zijn leven aan ons gegeven heeft, is het oké dat wij het niet voor elkaar krijgen. Wij hoeven ons/Zijn oordeel niet te kunnen dragen omdat Hij dat al heeft gedaan.

O… o… als ik dat toch eens echt zou kunnen pakken; als dat ècht tot de kern van mijn ziel zou willen doordringen… Dan kan ik denk ik ophouden met rechter te spelen en mag mijn advocaat met pensioen… Wat een rust…

Geen opmerkingen:

Een reactie posten