woensdag 28 augustus 2013

God is in de Wind

De dominee van mijn eigen gemeente ‘haat’ wind. Hij vindt het vreselijk ! Vraag me niet waarom, want ook hij kan het natuurlijk niet werkelijk rationeel beredeneren, maar hij geniet van elk moment van windstilte en verafschuwd de wind. Wel onhandig dat hij ontzettend graag vaart, want op het water is er volgens mij bijna altijd wind, maar dat terzijde.
Hij kent daardoor allerlei Bijbel-voorbeelden waarin de wind negatief is en zijn meest krachtig is Marcus 4:39, waarin staat dat Jezus de wind bestrafte en deze tot rust kwamen. Als iets goed is, hoeft het niet bestraft te worden, stelt hij. Dat Amos 4:13 zegt dat God zelf de wind schept, helpt niets. Dan heeft hij onmiddellijk een tegenwerping. Geloof me, hij heeft zich erin verdiept ! Natuurlijk heeft de Bijbel ook positieve dingen te zeggen over wind, sterker nog: in Genesis 8:1 laat God de wind over het water gaan om het tot bedaren te brengen. Maar, zoals gezegd, het mag niet baten.

Maar ik … ik geniet van wind. Ik vind wind héérlijk. In de zomer als de zon warm of zelfs heet op de huid schijnt, gaat er niets boven een koel briesje of windje wat als een streling mijn huid verkoelt. Maar ook de herfststorm die door de takken waait en loeit om het huis vind ik prachtig. Het is voor mij niet zeldzaam dat ik juist dan naar buiten ga om de wind door mijn haar te voelen. Storm op het strand… zo hard, dat je er tegenaan kan leunen: ge-wel-dig ! (Wel op het harde deel, anders word je gezandstraald !)
We waren pas op vakantie in Friesland. Precies die ene week met minder zomerweer waren wij in Nederland op vakantie. En buienradar liet zien, dat àls het ergens regende, dan was het over het noorden van het land. Heel fijn (ahum)… Maar wat wel fijn was, was de wind. Dat maakte het hoofd toch lekker een beetje leeg.

Maar er gaat nog iets boven zo’n wind, namelijk: zeewind… Er gaat niets boven een zilte geur in een stevige wind. Gelukkig hebben we die ook nog even gevoeld en geroken, toen we met de boot naar Schiermonnikoog voeren.  Daar op de voorplecht, uitkijkend over de Waddenzee, met het zilt in mijn neus en de wind denderend over mijn huid, sprongen de tranen van geluk spontaan in mijn ogen. Wat voel ik me dan dichtbij God en wat ben ik Hem dan dankbaar voor Zijn schepping: Zijn wind.
Als mijn dominee nog eens zegt: “ik begrijp niet waarom er wind is”, zal ik hem vertellen dat die er speciaal voor mij is, omdat God ook van mij houdt ! J

1 opmerking: